
Spreekwoorden: (1914)
De wind waait uit een anderen (of een verkeerden) hoekeig. gezegd door den schipper, die een anderen of ongunstigen wind krijgt; vandaar bij uitbreiding gebezigd van omstandigheden, die zich wijzigen of voor een bepaald doel ongunstig zijn, het tegenwerken, niet bevorderen3). Vgl. Tuinman I, 949: He...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
De wind waait uit een anderen (of een verkeerden) hoekeig. gezegd door den schipper, die een anderen of ongunstigen wind krijgt; vandaar bij uitbreiding gebezigd van omstandigheden, die zich wijzigen of voor een bepaald doel ongunstig zijn, het tegenwerken, niet bevorderen3). Vgl. Tuinman I, 949: He...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.